Heden of verleden:
in de t.t. of o.v.t. schrijven?
Daarom bespreken we in deze blog de voordelen en nadelen van de tegenwoordige tijd versus de verleden tijd.
T.t., v.v.t. of o.v.t.?
Bij de voltooid verleden tijd wordt meestal een hulpwerkwoord in de onvoltooid verleden tijd gecombineerd met een voltooid deelwoord. Bij de onvoltooid verleden tijd is geen sprake van een hulpwerkwoord, alleen van een normale verleden tijdsvorm.
- Tegenwoordige tijd: Fiona loopt hoofdschuddend de kamer uit.
- Voltooid verleden tijd: Fiona was hoofdschuddend de kamer uitgelopen.
- Onvoltooid verleden tijd: Fiona liep hoofdschuddend de kamer uit.
De voor- en nadelen van verschillende werkwoordstijden
Voordelen tegenwoordige tijd
Een voordeel van de tegenwoordige tijd is dat je als lezer over de schouder van de hoofdpersoon meekijkt terwijl zij haar avonturen beleeft. Dit kan eraan bijdragen dat je je makkelijker betrokken voelt bij het verhaal.
Daarnaast geeft de tegenwoordige tijd urgentie aan de gebeurtenissen, omdat ze op dit moment plaatsvinden. Het doet bovendien denken aan de manier waarop je het concept ‘tijd’ in je eigen leven ervaart.
De tegenwoordige tijd is met name geschikt als je hoofdpersoon iemand is die in het hier en nu leeft. Iemand die haar trauma’s uit het verleden of angsten voor de toekomst niet erkent. Waarom zou ze gedachten wijden aan iets waar ze zich niet prettig bij voelt?
Nadelen tegenwoordige tijd
Er zitten ook nadelen aan deze werkwoordsvorm. Zo is het lastiger om op een natuurlijke manier iets over het achtergrondverhaal van je personages te vertellen.
Natuurlijk kun je middenin je scènes gebruikmaken van mini-flashbacks om specifieke zaken toe te lichten, maar dat soort onderbrekingen zijn tussen al die zinnen in de tegenwoordige tijd net iets minder subtiel om te lezen dan als je verhaal in de verleden tijd geschreven is. Zie de vergelijking hieronder.
Voorbeeld tegenwoordige tijd met mini-flashback (t.t. > v.v.t. > o.v.t. > t.t.):
Fiona loopt hoofdschuddend de kamer uit. Johans gedrag had haar onverwachts teruggebracht naar haar jeugd. De kilte in zijn ogen, de teleurstelling op zijn gezicht. Alsof haar broer weer voor haar stond. Ze probeert de rilling die langs haar ruggengraat trekt te negeren. Ze hoeft zich nergens zorgen om te maken. De karakters van Johan en haar broer zijn totaal verschillend.
Voorbeeld verleden tijd met mini-flashback (o.v.t. > v.v.t. > o.v.t.):
Fiona liep hoofdschuddend de kamer uit. Johans gedrag had haar onverwachts teruggebracht naar haar jeugd. De kilte in zijn ogen, de teleurstelling op zijn gezicht. Alsof haar broer weer voor haar stond. Ze probeerde de rilling die langs haar ruggengraat trok te negeren. Ze hoefde zich nergens zorgen om te maken. De karakters van Johan en haar broer waren totaal verschillend.
Mini-flashbacks zijn een subtiele manier om uit te leggen hoe een situatie is ontstaan of waarom een personage zich gedraagt zoals zij doet. Soms geven ze je hoofdpersoon de kans om te reflecteren op haar situatie of de gebeurtenissen. Iets dat in de verleden tijd toch gemakkelijker toe te voegen is.
Wat vooral ook ingewikkelder is bij schrijven in de tegenwoordige tijd is het maken van sprongen in de tijd. Waar dit bij de verleden tijd meestal geen enkel probleem is, moet je bij de tegenwoordige tijd oppassen dat je je verhaal niet opvult met allerlei irrelevante details over het dagelijks leven van je hoofdpersoon, zodat je geen tijdsprong hoeft te maken.
Voorbeeld tijdsprong tegenwoordige tijd:
Fiona staart naar haar toetsenbord. De middag trekt als een slak aan haar voorbij, maar ze zal zich niet laten kisten. Ze kan dit. Pas als de klok vijf uur slaat, staat ze op. Haar avond kan beginnen.
Dit komt op mij toch ietwat onnatuurlijk over, omdat het door de tegenwoordige tijd in eerste instantie lijkt alsof ze een afspraak met zichzelf maakt om pas om vijf uur op te gaan staan i.p.v. dat het om een tijdsprong gaat. Dit kan wel enigszins worden opgelost door de vijf uur-zin op een nieuwe regel te laten beginnen.
Ter vergelijking hetzelfde voorbeeld van een tijdsprong in de verleden tijd:
Fiona staarde naar haar toetsenbord. De middag trok als een slak aan haar voorbij, maar ze zou zich niet laten kisten. Ze kon dit. Pas toen de klok vijf uur sloeg, stond ze op. Haar avond kon beginnen.
Voordelen verleden tijd
Belangrijk om in de gaten te houden wanneer je in de verleden tijd schrijft, is dat dit in boeken eigenlijk altijd om de onvoltooid verleden tijd gaat: Fiona liep hoofdschuddend de kamer uit.
Het voordeel van schrijven in de onvoltooid verleden tijd is dat lezers minder dan bij de voltooid verleden tijd het gevoel krijgen dat de avonturen al afgelopen zijn. Jammer, maar je hebt het gemist.
De voltooid verleden tijd wordt eigenlijk alleen gebruikt om flashbacks in te luiden en daarna weer over te schakelen op de onvoltooid verleden tijd:
Johans gedrag had haar onverwachts teruggebracht naar haar jeugd. De kilte in zijn ogen, de teleurstelling op zijn gezicht. Alsof het die bewuste winterdag was en haar broer weer voor haar stond.
Zoals al eerder genoemd, is het bij schrijven in de verleden tijd gemakkelijker dan in de tegenwoordige tijd om op een natuurlijke manier tijdsprongen te maken. Wanneer de belangrijkste informatie die je in een scène wilt bespreken dus op papier staat, hoef je niet allerlei onbenullige opvullingen te bedenken, maar spring je gewoon naar het volgende interessante moment. Zonder dat er per se een witregel nodig is.
Ook kun je opmerkingen over gebeurtenissen die in het verleden liggen gewoon verweven in de rest van je tekst zonder dat een lezer steeds bewust zal denken ‘hé, een flashback’.
Daarnaast schijnt het zo te zijn dat de meeste volwassenen de verleden tijd prettiger vinden lezen dan de tegenwoordige tijd. In kinderboeken komt wel vaker dan bij volwassenen de tegenwoordige tijd voor.
Nadelen verleden tijd
Het woord ‘verleden’ zegt het al: wat je aan het vertellen bent, is afgelopen. De lezer is er niet live bij, het gaat om avonturen die eerder hebben plaatsgevonden. Als lezer weet je hierdoor dat de kans groot is dat de hoofdpersoon het tot de laatste pagina heeft overleefd. Als hij/zij tenminste de verteller is door wiens ogen we het verhaal meemaken.
Een risico van schrijven in de verleden tijd is dat het het tempo kan afremmen waarin je het verhaal vertelt. Juist door die mooie gelegenheid die deze werkwoordsvorm biedt om te reflecteren en achtergrondinformatie in je plot te verwerken.
Diezelfde achtergrondinformatie zorgt er bovendien voor dat je sneller geneigd bent om over te schakelen op ‘vertellen’ in plaats van ‘vertonen’. Je vat eigenlijk samen wat er is gebeurd in plaats van de lezer te laten ervaren hoe het was.
Deel het in de besloten Facebookgroep van BackWords.