Hoe verwerk je op een subtiele manier
backstory in je verhaal?

Hoe verwerk je op een subtiele manier backstory in je verhaal?

backstory-verwerken

Als het goed is, hebben alle belangrijke personages die je creëert een achtergrondverhaal dat bij jou als auteur bekend is. De zogeheten backstory. Toch wil je de lezer daar niet constant mee overstelpen. Want waarom zou zij moeten weten wat de protagonist als kind allemaal heeft uitgespookt als dat voor jouw verhaal niet relevant is?

Alleen wat vertel je de lezer dan wél? In deze blog gaan we in op de vraag: hoe verwerk je op een subtiele manier backstory in je verhaal?

Wat is backstory?

Backstory zijn alle gebeurtenissen die chronologisch gezien voorafgingen aan het verhaal dat je met jouw boek wilt vertellen.

Simpel gezegd is het het levensverhaal van je personages. Vermoedelijk heb je dit door middel van een karakterprofiel of karakterdossier tot in redelijk detail uitgewerkt. (Voor het ene personage waarschijnlijk iets meer dan voor het andere, afhankelijk van hun rol in het geheel.)

Redenen voor achtergrondinformatie

Maar waarom doet deze achtergrondverhaal van je personages er eigenlijk toe? Het gaat de lezer er toch om wat er nú gebeurt, hoe de verhaallijnen zich op dit moment ontwikkelen? Een aantal redenen om backstory toch serieus te nemen:

  • Backstory verwerken in je boek zorgt ervoor dat de lezer voldoende informatie heeft om jouw verhaal te kunnen begrijpen.

  • Backstory kan diepte en geloofwaardigheid toevoegen aan je verhaal, omdat je de suggestie wekt dat je personages er al een gedeeltelijk leven hebben opzitten voordat de lezer kennis met hen maakt.

  • Voor jou als auteur schrijft het makkelijker als je weet waarom je personages zich op een bepaalde manier gedragen, bijvoorbeeld omdat ze worden achtervolgd door een jeugdtrauma.

Hoe verwerk je backstory in je verhaal?

Er zijn verschillende mogelijkheden om de achtergrondinformatie die je over je personages hebt verzameld, weer te geven in je verhaal. Backstory kan namelijk worden onthuld door middel van:

  • Flashbacks: dit kan een heel hoofdstuk zijn, maar ook een enkel zinnetje dat verwijst naar een eerdere gebeurtenis.

  • Dialogen: personage A vertelt of vraagt personage B over iets dat is gebeurd.

  • Beschrijvingen / expositie: bijv. het introduceren van een personage, het benoemen van onderlinge relaties, beschrijvingen van eerdere gebeurtenissen, informatie over de setting (worldbuilding), de historische context, etc.

  • Herinneringen van je personages: gedachten.

  • Alwetende verteller: een vertelperspectief waarbij de verteller als het ware boven het verhaal hangt, waarbij hij alles ziet wat er gebeurt en ook alles weet over de personages. Een nadeel is dat dit vertelperspectief soms wat ouderwets kan overkomen en het gevoel kan geven dat er sprake is van een perspectiefbreuk.

Het weglaten van achtergrondinformatie

Zeer belangrijk om te onthouden, is dat het overgrote deel van het achtergrondverhaal dat je verzint, nooit in je boek terecht zal komen.

Het kan heel verleidelijk zijn om aan de lezer te laten blijken welke levensloop, voorkeuren en uiterlijke kenmerken je allemaal voor je personages hebt bedacht, maar het kan ook afleiden van de boodschap die je met je verhaal wilt vertellen.

De Amerikaanse auteur Jenna Blum beschreef een theorie van Ernest Hemingway over het weergeven van backstory als volgt:

‘Hemingway said that only the tip of the iceberg showed in fiction – your reader will see only what is above the water – but the knowledge that you have about your character that never makes it into the story acts as the bulk of the iceberg. And that is what gives your story weight and gravitas.’

Wat deze beschrijving wil benadrukken, is dat je zelf wel degelijk op de hoogte moet zijn van de levens van je personages, omdat de lezer het waarschijnlijk doorheeft als dat niet het geval is. Ernest Hemingway zelf zei namelijk over het weglaten van backstory:

‘If you leave out important things or events that you know about, the story is strengthened. If you leave or skip something because you do not know it, the story will be worthless.’

backstory-levensverhaal

De valkuil van backstory

Chris Roerden waarschuwt in een van mijn favoriete boeken over schrijven, Don’t Murder Your Mystery, voor een valkuil van backstory, namelijk dat het de huidige actie en voortgang van je verhaal onnodig kan onderbreken.

Schrijvers hebben namelijk nogal eens de neiging om bij het introduceren van een nieuw personage meteen van top tot teen te beschrijven hoe ze eruitzien of zelfs wat hun geschiedenis is. Chris Roerden:

‘When you are introduced to strangers at a party, do you want to hear about their past if you haven’t gotten interested in what they’re like in the present? Yet writers are always interrupting their story’s current action to relate a character’s background.’

Val daarom niet in de valkuil om te snel te veel te willen vertellen over het levensverhaal van je personages.

Hoe dan wél om te gaan met iemands achtergrondverhaal?

Om maar even bij onze vriend Chris Roerden te blijven: hij raadt in Don’t Murder Your Mystery aan om het als volgt aan te pakken:

  1. Wacht tot lezers geïnteresseerd zijn geraakt in het welbevinden en de problemen van de hoofdpersoon.
  2. Insinueer backstory d.m.v. een of twee zinnen. (‘You don’t want to satisfy reader curiosity – you want to increase it.’)
  3. Wacht enkele hoofdstukken, tot je lezers toegewijd zijn om erachter te komen wat er gaat gebeuren.
  4. Voeg een of twee paragrafen backstory toe.

Waar te beginnen?

In hoeverre backstory een probleem kan vormen tijdens het schrijven van je boek hangt samen met het punt waarop je jouw verhaal begint.

Wanneer je jouw verhaal start op een punt in het leven van de hoofdpersoon dat te vroeg ligt, dan heb je een veel te lange aanloop tot de belangrijkste gebeurtenis waarover jouw plot gaat. Je laat de lezer eigenlijk een groot deel van de geschiedenis al meemaken.

Wanneer je jouw verhaal start op een punt in het leven van de hoofdpersoon dat te laat ligt, dan heb je wellicht een hele berg backstory, die je onmogelijk daarna nog allemaal in je verhaal kunt proppen.

Chris Roerden raadt daarom aan om je verhaal te beginnen ‘…where the first sign of trouble appears. It’s where a change threatens to upset the status quo.’

Oftewel: het dagelijks leven zoals je hoofdpersoon het kent wordt verstoord. Er komt een einde aan zijn/haar vertrouwde wereldje, of er worden op zijn minst wat scheurtjes zichtbaar. Dát is waar je jouw verhaal begint.

Kortom: hoe verwerk je op een subtiele manier backstory in je verhaal?

Dus hoe zorg je ervoor dat je de lezer in jouw verhaal niet meteen overlaadt met irrelevante achtergrondinformatie? Een praktische tip: neem na het schrijven van de eerste versie je eerste paar hoofdstukken onder de loep:

  1. Markeer alle backstory.
  2. Evalueer welke van deze backstory niet essentieel is voor je verhaal.
  3. Bekijk de overgebleven backstory en hak dit in kleine stukjes.
  4. Bepaal waar in het verhaal je lezers welk stukje informatie nodig hebben om te kunnen begrijpen wat zich op dat moment afspeelt.
  5. Verwerk die relevante stukjes backstory in bijv. de actie of dialogen.
Hoe ga jij om met het levensverhaal van je personages? Heb je moeite om alleen relevante backstory te vermelden of gaat dit je juist gemakkelijk af?

Deel het in de besloten Facebookgroep van BackWords.

Scroll naar boven