‘Ben ik wel goed genoeg?’
Deel 1: Angst voor andermans mening
Hoewel schrijven normaal gesproken een eenzame bezigheid is, zijn veel schrijvers in hun hoofd al veel te vroeg met hun toekomstige lezers bezig. Wanneer ze niet meteen de juiste woorden kunnen vinden, of als ze überhaupt niet achter hun schrijftafel durven te gaan zitten, vragen ze zich af:
- Kan ik eigenlijk wel schrijven?
- Wat zullen anderen van mijn verhaal vinden?
- Wie zal mijn schrijfsels willen lezen?
Kortom: ben ik wel goed genoeg?
In deze blog geef ik je 5 tips om met deze veelvoorkomende angst voor andermans mening om te gaan.
Je bent niet alleen
Eerder schreef ik al dat de meest genoemde uitdagingen door Facebookleden beginnen met schrijven en geen tijd hebben zijn. Een obstakel dat jullie top 3 afsluit, is onzekerheid over de eigen schrijfkwaliteiten.
‘Faalangst, geen vertrouwen in mijn eigen geschreven stukken, verlegenheid waardoor het niet lukt om zonder gêne te schrijven, door durven zetten, geloven in mezelf, schrijven zonder bang te zijn voor meningen, schrijfsels durven delen.’
Dat is zomaar een greep uit jullie antwoorden. Ik weet niet of je er veel aan hebt, maar realiseer je in elk geval dat je niet alleen bent als het om schrijfangst gaat. Voel je daarom ook niet bezwaard om dit toe te geven of zelfs te delen binnen de besloten Facebookgroep van BackWords.
‘We worden niet met angst geboren’
Als je last hebt van schrijfangst, kun je er natuurlijk voor kiezen om je verhalen voor altijd voor jezelf te houden. Wanneer je ze nooit met de buitenwereld deelt, zal niemand de zinnen lezen waar je zo onzeker over bent. De vraag is in dat geval alleen wel of je jezelf dan niet tekortdoet.
Holocaustoverlever Edith Eger heeft in haar boek ‘Het geschenk’ wat wijze woorden voor ons:
‘We worden niet met angst geboren. Gaandeweg leren we het aan.’
Stiekem weten we uiteraard dat ze gelijk heeft. Maar ja, dat betekent niet automatisch dat ons gebrek aan zelfvertrouwen meteen als sneeuw voor de zon is verdwenen.
Heb jij last van uitstelgedrag dat voortkomt uit de angst om te falen? Misschien helpen onderstaande tips je.
5 tips om weer met plezier in plaats van angst aan je verhalen te werken:
- Herken je kritische stemmetje
Wees je bewust van de manier waarop je tegen jezelf praat. Is dat kritische stemmetje in je hoofd stiekem de hele dag door negatieve voorspellingen over jouw kwaliteiten aan het doen?
Deze innerlijke saboteur zal menig schrijver bekend in de oren klinken. Probeer dit nare opdondertje zo snel mogelijk te herkennen wanneer hij/zij tegen je begint te kletsen. Je kunt je eigen gedachten namelijk pas ombuigen als je je ervan bewust bent dat je dit jezelf aandoet.
- Zet angst om in nieuwsgierigheid
Meer wijze woorden die ik in ‘Het geschenk’ van Edith Eger las, waren de volgende:
‘Nieuwsgierigheid is van levensbelang. Dat is wat ons in staat stelt risico’s te nemen.
Als we vol angst zitten, leven we in een verleden dat al heeft plaatsgevonden of in een toekomst die er nog niet is. Als we nieuwsgierig zijn, zijn we hier in het heden, zijn we enthousiast om te ontdekken wat er hierna gaat gebeuren.
Het is beter om een risico te nemen en te groeien, en dan misschien te mislukken, dan dat je gevangen blijft zitten zonder te weten hoe het had kunnen zijn.’
- Er is niet maar één juiste manier
Wie zegt er dat wat jij doet ‘fout’ is? Ja, fouten maken hoort bij het leven, je leert ervan, maar als het om schrijven gaat, is er niet maar één juiste manier waarop een verhaallijn zich zou moeten ontwikkelen, of één juiste volgorde waarin je je woorden zou moeten zetten.
Dat is precies het mooie aan verhalen schrijven: het zijn jouw verhalen! Jij mag bepalen wat je schrijft en hoe je alle gebeurtenissen van je hoofdpersonen weergeeft.
Oké, misschien ben je niet meteen blij met je eerste versie, omdat de tot nu toe gekozen woorden net niet helemaal goed beschrijven hoe je de scènes in je hoofd ziet. Gelukkig hoeven de eerste versies van je verhaal niet perfect te zijn. Het is niet alsof je het meteen naar een uitgever hoeft te sturen.
Neem gewoon alle tijd die je nodig hebt om een verhaal te vormen waar jij achter staat. Of je daar nu twee of twintig versies over doet.
- Vier je overwinningen
Hoe onbenullig prestaties voor je gevoel ook zijn, vier ze! Soms hebben we er een handje van om complimenten weg te wapperen alsof wat we hebben gedaan allemaal niks voorstelde. Leer om trots te zijn op de stappen die je zet, hoe klein ze ook zijn.
Plus: ook als iets niet perfect gaat, heb je het toch maar mooi gedaan.
- Jij bent niet je verhaal
Ja, jij schrijft je verhaal en misschien is het zelfs wel autobiografisch. Toch ben jij niet zelf het eindproduct. Zelfs als er mensen zijn die je boek niks vinden (geloof me, die zijn er altijd), dan zegt dat niks over jou als persoon. Jij bent nog steeds geweldig.
Laat de mening van een ander jouw schrijfdroom niet verpesten. Zeker met het huidige social media-klimaat is het erg makkelijk om iemands werk af te kraken.
Onderbouwen ze hun slechte beoordeling met concrete voorbeelden? Perfect. Dat is feedback waar je wellicht bij volgende verhalen iets mee kunt.
Nemen ze niet de moeite om uit te leggen waarom het boek hun smaak niet was? Dan hoef jij ook geen tijd te besteden aan piekeren over hun reactie.
Als we toch bezig zijn over angsten, is het ook nog goed om te weten dat Edith Eger onderscheid maakt tussen gezonde en ongezonde spanning. Ongezonde spanning is chronisch en het veroorzaakt onzekerheid. Gezonde spanning biedt je echter de mogelijkheid tot groei. Vraag je in zo’n geval af welke dingen je kunt doen om jezelf sterker te maken.
Wanneer deze gezonde spanning te maken heeft met verhalen schrijven, is het antwoord op deze laatste vraag wellicht: daadwerkelijk beter worden in schrijven. En dat is precies waar deel 2 van deze blogreeks over gaat.
Laat jij je wel eens blokkeren door angsten voor andermans mening? Deel het met ons in de besloten Facebookgroep van BackWords.