Deel 6: Hoop

1. Laat je antagonist een positief ingesteld personage zijn. Als je hoofdpersoon een zwartkijker is, kan je slechterik het goede voorbeeld geven door wat goedgemutster in het leven te staan.
   
   Misschien kan je antagonist de protagonist helpen om de dingen in haar leven iets meer te relativeren. Haar in te laten zien dat het allemaal zo slecht nog niet is vergeleken met de levens van anderen.
   
   
2. Laat je antagonist de hoop op een goede afloop niet zomaar kwijtraken. Tegenslag of niet, het heeft volgens de antagonist geen zin om bij de pakken neer te zitten.
   
   Tegenslagen motiveren haar juist extra om een nieuwe poging te wagen bij het bereiken van haar doel. Wellicht bedenkt ze een andere aanpak die haar een beter resultaat zou kunnen opleveren.
   
   
3. Probeer sympathie op te wekken bij de lezer door de antagonist valse hoop te geven. Wie weet krijgt de lezer een beetje medelijden dat de slechterik tegen beter weten in positief probeert te blijven.
   
   
4. Als de antagonist de realiteit onder ogen ziet en zich realiseert dat de protagonist aan de winnende hand is, lijkt de hoop op een goede afloop voor haar misschien vervlogen. Toch kan je slechterik alsnog geloven in een betere toekomst voor zichzelf of haar geliefden.
   
   Ze kan hoop houden door manieren te bedenken om wraak te nemen op je hoofdpersoon, ze kan het beste van de nieuwe situatie maken of ze kan vertrouwen tonen dat haar handlangers ervoor zullen zorgen dat zij alsnog aan het langste eind trekt.
   
   
5. Laat je antagonist een bron van hoop zijn voor anderen. Dat kan voortkomen uit haar beroep: misschien is ze pastoor, coach, therapeut of motivational speaker. Of wat dacht je ervan dat ze een groot voorbeeld is voor ondernemers omdat ze na een aantal tegenslagen een succesvol bedrijf heeft opgebouwd?
   
   Die hoop die ze uitstraalt, kan ook het gevolg zijn van haar gedrag: wie weet hebben andere personages ontzag voor de manier waarop ze met een ernstige ziekte is omgegaan, hoe ze zichzelf herpakt heeft na het verliezen van haar zicht, gehoor, ledematen of geliefden.
   
   
6. Laat je antagonist actief bijdragen aan een goede afloop. Dat kan een mooie uitkomst zijn voor haarzelf maar wellicht verrast ze juist de protagonist met haar hulp. De antagonist vergroot in ieder geval de kans op een positief resultaat door zelf inspanningen te verrichten.
   
   
7. Creëer contrast tussen de hoop van de antagonist en de wanhoop van de protagonist. Laat de hoop op een goede afloop voor de slechterik niet arrogant overkomen maar gebruik het om de vrees op een vervelende afloop voor de held geloofwaardiger te maken.
   
   
8. Voorbeelden van bronnen waar je antagonist hoop uit zou kunnen putten zijn: kleine overwinningen voor zichzelf, kleine tegenslagen voor de protagonist, het weer dat meewerkt, resultaten uit het verleden, haar eigen inspanningen, een god(in), de steun van haar geliefden of volgers, positieve feedback, een gelukspoppetje, haar ervaring, geloof in haar eigen kunnen, goed nieuws, etc.

PS Tijdens het volgende (laatste) deel van deze blogreeks gaan we kijken naar de deugd naastenliefde.

PPS Lees ook de blogreeks over zonden voor je protagonist, met als eerste zonde: Hoogmoed.