Deel 4: Moed

1. Laat de slechterik een keer de held zijn door de moed van de antagonist een altruïstisch randje te geven.
   
   Zorg bijv. dat ze zich niet alleen in gevaarlijke situaties stort uit eigenbelang maar laat haar opkomen voor de belangen van iemand of iets die dat zelf niet kan.
   
   
2. Zorg dat je antagonist zich niet laat afschrikken door intimidatie van de protagonist of een derde partij.
   
   Geef je protagonist en antagonist bijv. een gezamenlijke tegenstander van wie de protagonist erg onder de indruk is maar door wie de antagonist zich niet van haar doel laat afleiden.
   
   Of nog gekker: laat de slechterik de held in eerste instantie uit een benarde positie redden, omdat ze haar hulp of kennis bijv. later nog nodig heeft.
   
   
3. Laat je antagonist bereid zijn lichamelijke of geestelijke pijn te ervaren bij het bereiken van haar grote verlangen. Wellicht raakt ze gewond of moet ze zien om te gaan met de angst dat ze een geliefde zou kunnen verliezen.
   
   
4. Geef niet alleen de protagonist enkele tegenslagen te verduren bij het bereiken van haar doel, maar laat ook de antagonist voelen hoe het is om niet meteen te krijgen waar ze op uit is. Dankzij haar moed zal ze het er daarna natuurlijk niet bij laten zitten.
   
   
5. Laat je protagonist in het begin nog een beetje angstig zijn om de confrontatie aan te gaan met de obstakels die haar pad kruisen. Laat de moed van de antagonist voor haar een voorbeeld zijn.
   
   
6. Creëer contrast tussen de protagonist en de antagonist waarbij je hoofdpersoon in het begin vooral praat over de grote plannen die zij heeft terwijl de antagonist aan de hand van concrete daden laat blijken dat zij serieus is.

PS Tijdens het volgende deel van deze blogreeks gaan we kijken naar de deugd geloof.

PPS Lees ook de blogreeks over zonden voor je protagonist, met als eerste zonde: Hoogmoed.