Deel 5: Geloof

1. Laat je antagonist geloven in de protagonist. Misschien geeft zij haar wel een peptalk op het moment dat ze het niet meer ziet zitten, of maakt ze haar verlegen met complimentjes over haar karakter of vaardigheden.
   
   
2. Laat je slechterik geloven in zichzelf maar niet op een arrogante manier. Als de held onzeker is of ze wel de juiste eigenschappen bezit om haar doel te bereiken, kan de antagonist een voorbeeld voor haar zijn wat betreft zelfvertrouwen.
   
   
3. Laat je antagonist geloven in wat ze doet, in haar eigen keuzes. Misschien is je hoofdpersoon het niet helemaal eens met de beweegredenen van je slechterik maar is de antagonist er heilig van overtuigd dat ze het bij het rechte eind heeft.
   
   Zij ziet zichzelf waarschijnlijk immers niet als de slechterik. Voor haar is het juist onze held die in de weg staat.
   
   
4. Laat je slechterik geloven in een hogere macht. Dit kan haar de rust geven om om te gaan met tegenslagen, om vol te houden als iets uitzichtloos lijkt. Wellicht geeft het haar zelfs wel een aantal mooie karaktereigenschappen zoals behulpzaamheid en opkomen voor de zwakkeren.
   
   
5. Laat je antagonist geloven in haar familie, koninkrijk of land, de groep waartoe ze behoort. Wie weet werkt ze de hoofdpersoon niet tegen uit eigenbelang maar omdat ze doet wat voor haar eigen community het beste is.
   
   
6. Laat je antagonist geloven in anderen. Laat haar een voorbeeld zijn voor de protagonist in het laten blijken dat zij anderen vertrouwt. Zij durft dingen uit handen te geven, haar hart open te stellen, sprongen te wagen waarvoor de hoofdpersoon huiverig is.
   
   
7. Laat je slechterik, ondanks de tegenwerkingen van de protagonist en wellicht het uiteindelijke verlies, geloven in een goede afloop voor haar en haar geliefden.

PS Tijdens het volgende deel van deze blogreeks gaan we kijken naar de deugd hoop.

PPS Lees ook de blogreeks over zonden voor je protagonist, met als eerste zonde: Hoogmoed.