10 tips om van een kort verhaal
een volledig boek te maken

10 tips om van een kort verhaal een volledig boek te maken

van-kortverhaal-naar-boek

Stel: je hebt meegedaan met een schrijfwedstrijd waarbij je een kort verhaal moest schrijven. Helaas heb je niet gewonnen, maar gaandeweg ben je wel van je verhaal en je hoofdpersoon gaan houden.

Het zou zonde zijn om zo’n mooi hersenspinsel zomaar op te slaan in de krochten van je computer en er nooit meer naar te kijken. Gelukkig is er nog een optie: je werkt je korte verhaal uit tot een volledig boek!

Dit betekent: meer ruimte voor conflicten, persoonlijke ontwikkelingen en interessante personages. Hoe je zoiets kunt aanpakken, lees je in deze blog met 10 tips om van je kortverhaal een volwaardig boek te maken.

Van kort verhaal naar boek met deze 10 tips:

  1. Voeg extra verhaallijnen toe.

Misschien wel de meest voor de hand liggende optie is om extra verhaallijnen of plots toe te voegen. Extra gebeurtenissen die je hoofdpersoon zelf meemaakt of die de personages in haar omgeving moeten ondergaan.

Denk ook aan:

  • Subplots: een extra, autonoom plot dat strikt gezien gemist kan worden, maar dat meestal gebruikt wordt om te karakteriseren.
  • Spiegelplots: een positieve dan wel negatieve weerspiegeling van het hoofdplot.
  • Steunplots: een zijstraat, omweg of obstakel binnen het hoofdplot.
Lees ook:

  1. Voeg extra conflicten en obstakels toe.

Stel dat je als hoofdplot voor een mens versus zichzelf-conflict hebt gekozen. Een intern conflict, waarbij de hoofdpersoon het opneemt tegen haar eigen tegenstrijdige gevoelens en gedachten. Zou het dan niet leuk zijn om daar ook een mens versus mens-conflict aan toe te voegen als extra obstakel?

Brainstorm bijvoorbeeld over deze 7 typen conflicten:

  • Mens versus mens
  • Mens versus natuur
  • Mens versus maatschappij
  • Mens versus zichzelf
  • Mens versus technologie
  • Mens versus lotsbestemming/god(en)
  • Mens versus bovennatuurlijke
Lees ook:
Typen conflicten

  1. Voeg extra tegenslagen toe

Al die conflicten en obstakels hoeven natuurlijk niet tijdens de eerste poging al te worden opgelost in het voordeel van je hoofdpersoon. Je protagonist mag best af en toe een tegenslag te verduren krijgen.

Als je hoofdpersoon in eerste instantie niet zo gemotiveerd is om in actie te komen, is het wellicht tijd om de inzet voor haar te verhogen. Zorg dat er genoeg op het spel staat om haar ook na een paar pechgevallen de moed niet op te laten geven.

Lees ook:
Beginnen en doorgaan

  1. Maak de tijdspanne / vertelde tijd groter.

Dankzij deze extra tegenslagen kun je ook het tijdsbestek waarin je verhaal zich afspeelt groter maken. Misschien ging je korte verhaal over een uur of een dag uit het leven van je hoofdpersoon, maar wil je daar nu een week, een maand of zelfs haar volledige bestaansgeschiedenis van maken.

Denk er daarbij over na of je je verhaal eerder wilt laten beginnen en/of juist langer wilt laten doorgaan.

Lees ook:

  1. Voeg extra spanning toe.

Spanning is eigenlijk niet meer dan je lezers nieuwsgierig houden om door te blijven lezen. Om dit voor elkaar te krijgen, kun je bijvoorbeeld conflicten laten escaleren, waardoor de lezer denkt: ‘O nee, hoe kan dit ooit nog goedkomen?’

Ook kan je de emoties van je hoofdpersoon laten omslaan van positief naar negatief, weer terug en nog erger, zodat je je lezers meeneemt op een rollercoasterrit.

Denk bijvoorbeeld aan een protagonist bij wie een bos rode rozen wordt bezorgd (verliefd). Terwijl ze een vaas zoekt, hoort ze op de radio dat er een gasexplosie is geweest in het flatgebouw van haar vriend (angst). Hij neemt zijn telefoon niet op, maar een buurvrouw van hem wel. Zij zegt dat ze hem vlak voor de explosie heeft zien vertrekken (opluchting). Dan staat opeens de politie voor de deur om te vragen of ze weet waar hij vriend is (verwarring). Hij wordt er namelijk van verdacht een aanslag te willen plegen (ongeloof).

  1. Werk je hoofdpersoon verder uit.

In je kortverhaal had je waarschijnlijk niet zoveel ruimte om de backstory van je hoofdpersoon uit de doeken te doen. In een boek is die mogelijkheid er wel.

Geef je personages niet alleen meer lagen en een uitgebreider verleden, maar laat haar ook een ontwikkeling of groei doormaken.

Lees ook:

  1. Voeg extra personages toe.

Al die extra verhaallijnen en obstakels kunnen er natuurlijk voor hebben gezorgd dat je vacatures hebt om op te vullen. Want iemand moet toch die conflicten veroorzaken en jouw hoofdpersoon dwarsbomen.

Ook zou je extra rollen kunnen toevoegen van de 10 veelvoorkomende rollen van personages:

  • Protagonist
  • Antagonist
  • Deuteragonist
  • Vertrouweling
  • Love interest
  • Tritagonist
  • Tertiair personage
  • Foliepersonage
  • Stockpersonage
  • Symbolisch personage
Lees ook:
Herkenbaarheid: identificeren met personages

  1. Voeg een extra vertelperspectief toe.

Waarschijnlijk heb je je korte verhaal verteld vanuit het perspectief van je hoofdpersoon. Wanneer je een volledig boek schrijft, kan het interessant zijn om een extra personage aan het woord te laten. Iemand die een andere kijk geeft op de gebeurtenissen. Of misschien kom je erachter dat je überhaupt voor een andere protagonist wilt kiezen.

Een extra vertelperspectief kan bovendien bijdragen aan meer spanning, bijvoorbeeld als je kiest voor het perspectief van een dader die al meer informatie heeft dan de hoofdpersoon. Dit helpt om bij je lezers de behoefte tot doorlezen te voeden.

Ook zou je je hoofdstukken kunnen eindigen met een cliffhanger en daarna van perspectief kunnen wisselen om je lezers nog iets langer in spanning te laten zitten.

Lees ook:

  1. Voeg extra locaties toe / verander de setting.

De kans is klein dat een kortverhaal een lange reis beschrijft met meerdere locaties. In een boek kan dat wel. Als je nog eens kritisch naar je setting kijkt, kom je misschien tot de conclusie dat een andere setting beter zou aansluiten bij de emoties van je hoofdpersoon.

Denk daarbij aan extra plaatsen en landen, maar ook aan locaties qua gebouwen (waar is haar huis, werk of studie?), straten en landschappen.

Lees ook:

  1. Neem je verhaalstructuur onder de loep.

Bij een kort verhaal is er meestal weinig ruimte om te experimenteren met de structuur. Bij een volledig boek is dit echter een onderdeel van je verhaal om zeker eens goed voor te gaan zitten.

Enkele structuuropties:

  • Chronologisch (lineair) verteld: je verhaal speelt zich af in de volgorde waarin het daadwerkelijk gebeurt, van de oorzaak naar het gevolg.
  • Cirkelvertelling: je komt aan het eind van je verhaal terug op de plek waar het verhaal begonnen is.
  • Raamvertelling: kleinere verhalen binnen een groter geheel.
  • Alternerende structuur: vertelperspectief, tijd en/of plaats worden afgewisseld (een van mijn favoriete structuren).
Kun jij wel wat hulp gebruiken bij het vormgeven van je ideeën tot een volledig boek? Wellicht is de online schrijfcursus ‘Creatief schrijven – In 16 weken van Writer’s Block naar Blurb’ iets voor jou.
Tijdens deze cursus doorloop je 8 modules met praktische schrijf- en doe-opdrachten om op gang te komen. 25 werkboeken helpen je om je verhaal stap voor stap vorm te geven. De thematisch georganiseerde theorie inspireert je bij o.a. het leren kennen van je personages, het uitwerken van je verhaallijnen en het opbouwen van spanning.
Schrijf jij graag korte verhalen? En kun je die daarna loslaten of werk je ze stiekem nog wel eens uit tot een volledig boek?

Deel het in de besloten Facebookgroep van BackWords.

Scroll naar boven