Personages van A tot Z
Vakjargon voor auteurs
Backstory, Mary Sue en de tritagonist – ken jij alle schrijftermen die met personages te maken hebben? Zo niet, geen paniek: lees rustig deze A tot Z en je bent weer volledig op de hoogte. 😉
Lees ook:
Schrijvers A tot ZÂ |Â Plotten van A tot Z
Spring snel naar:
A – Antagonist en protagonist
B – Backstory
C – Conflicten: intern versus extern
D – Dynamische versus statische personages
E – Emotionele wond
F – Foliepersonage of foliekarakter
G – Gebrek of probleem
H – Held en Reis van de Held
I – Innerlijke saboteur
K – Karaktertransformatie / karakterboog / character arc
L – Love interest
M – Mary Sue
N – Nep-protagonist
O – Onmenselijke antagonist
P – Perspectiefwissel / leapfrogging versus perspectiefbreuk
R – Ronde versus platte personages
S – Save the cat
T – Tritagonist en tertiaire personages
U – Universele lessen
V – Vertrouweling en deuteragonist
Z – Zonden en deugden
A - Antagonist en protagonist
Deze termen zul je regelmatig tegenkomen in mijn blogs, maar ook in Engelstalige teksten over schrijven. In het kort:
- Protagonist: de hoofdpersoon of hoofdrolspeler om wie het verhaal draait.
- Antagonist: de tegenstander van de hoofdpersoon, degene die de protagonist dwarsboomt bij het bereiken van haar doel.
De antagonist kan een persoon zijn, maar ook een natuurkracht, de maatschappij of een innerlijk conflict.
B - Backstory
Backstory zijn alle gebeurtenissen die chronologisch gezien voorafgingen aan het verhaal dat je met jouw boek wilt vertellen.
Simpel gezegd is het het levensverhaal van je personages, alles wat ze hebben meegemaakt waardoor ze zijn geworden wie ze nu zijn. Als je deze persoonlijke geschiedenis overzichtelijk wilt houden voor jezelf kun je een karakterprofiel maken waarin je alles noteert, van hun uiterlijk en karaktereigenschappen tot hun familieomstandigheden en hobby’s.
C - Conflicten: intern versus extern
Een boek kan bijna niet zonder conflicten. Kort gezegd ontstaat er een verhaal doordat de volgende formule van toepassing is: personage + verlangen + obstakel = conflict.
Een conflict kan intern of extern ontstaan:
- Intern conflict: de hoofdpersoon moet het opnemen tegen haar eigen (tegenstrijdige) gevoelens, gedachten, gewoonten en zwakten.
- Extern conflict: de hindernis van je hoofdpersoon is een kracht die buiten haarzelf ligt, zoals een ander personage of een natuurkracht.
D - Dynamische versus statische personages
Bij elk personage dat je voor je verhaal creëert, zou je jezelf als auteur moeten afvragen of je hiervan een dynamisch personage wilt maken of een statisch personage. Het verschil:
- Dynamisch personage: een personage dat verandert, een persoon die een ontwikkeling doormaakt gedurende het verhaal.
- Statisch personage: een niet-veranderend personage, een persoon die geen ontwikkeling doormaakt gedurende het verhaal.
E - Emotionele wond
Een emotionele wond is een trauma dat het gedrag van je hoofdpersoon beïnvloedt. Het is de reden waarom ze bepaalde keuzes en fouten maakt. Het is de oorzaak van haar gebreken.
In ‘The Emotional Wound Thesaurus’ worden 7 categorieën emotionele wonden onderscheiden:
- Handicaps en afwijkingen
- Misdaad en slachtofferschap
- Mislukkingen en fouten
- Misplaatst vertrouwen en verraad
- Onrecht en ontbering
- Specifieke wonden m.b.t. de kindertijd
- Traumatische gebeurtenissen
F - Foliepersonage of foliekarakter
Een foliepersonage is een van de 10 veelvoorkomende rollen voor personages. Het is een personage dat contrasteert met een ander personage, meestal de protagonist (de hoofdpersoon). Een foliekarakter bestaat vooral om een tegenstelling te kunnen laten zien.
Pas door het geschetste contrast vallen de kwaliteiten en karaktereigenschappen van de hoofdpersoon de lezer echt op.
G - Gebrek of probleem
Om een personage memorabel en geloofwaardig te maken, stelt ‘Save the Cat! Writes a Novel’ dat je een personage drie dingen moet geven:
- Een probleem (of een gebrek dat moet worden overwonnen)
- Een verlangen (of een doel dat de held nastreeft)
- Een behoefte (of een levensles om te leren)
Het gebrek zorgt ervoor dat je personages niet te perfect (en daarmee ongeloofwaardig) worden. Bovendien zitten deze tekortkomingen in hun karakter hen in de weg bij het bereiken van hun doel.
H - Held en Reis van de Held
De held is natuurlijk een andere naam voor de hoofdpersoon, ook wel de protagonist genoemd. Een held hoeft zeker geen superkrachten te bezitten of een cape en een legging te dragen. Hij of zij wordt juist menselijker en geloofwaardiger als er sprake is van enkele zwakten.
De Reis van de Held is een 3-akte-structuur waaruit je je verhaal zou kunnen opbouwen, met daarbinnen 12 stappen die de protagonist zou kunnen doorlopen.
Welke stappen dit zijn, leer je ook tijdens deze webinar: Lijn in je verhaal – Ontwikkel je plots in 5 stappen
I - Innerlijke saboteur
Misschien wel de lastigste vijand om te verslaan, is de innerlijke saboteur. Deze intrinsieke kracht kan een personage volledig blokkeren, laten doorslaan en/of haar leven verwoesten.
De mogelijke oorzaken van een intern conflict zijn legio. Een innerlijke saboteur kan een zwakte zijn in haar karakter (zoals een verslaving of een andere zonde), of een trauma waarmee ze nog niet heeft leren omgaan.
Lees ook: 9 typen antagonisten
K - Karaktertransformatie / karakterboog / character arc
Een character arc of karakterboog houdt in dat je hoofdpersonages gedurende het verhaal een persoonlijke ontwikkeling doormaken. Ze worden gedwongen om buiten hun comfortzone te treden en een avontuur aan te gaan. Daarbij verlaten ze hun vertrouwde omgeving en leren ze lessen over zichzelf.
Ze komen erachter wat hun sterke en zwakke punten zijn en hoe ze hiermee kunnen omgaan. Hierdoor blijken ze aan het eind van het boek een ander mens te zijn geworden, ze hebben een transformatie ondergaan.
L - Love interest
De love interest is het object van verlangen van de protagonist, degene op wie zij verliefd wordt.
Een love interest kan ontstaan vanuit veel verschillende situaties: van vijand naar geliefde, liefde op het eerste gezicht, tegenpolen die elkaar aantrekken, van beste vriend naar geliefde, we-doen-net-alsof-relaties, een tweede kans voor de jeugdliefde, etc.
M - Mary Sue
Een Mary Sue is een personage dat te perfect is. Het kan zowel een man als een vrouw zijn. Waar het om gaat, is dat hij/zij geloofwaardigheid verliest doordat hij/zij simpelweg te slim, te aardig, te heroïsch of te kundig is.
Een Mary Sue heeft geen zwaktes. Alles in het leven zit hem/haar mee. Vaak is hij/zij beter in dingen dan mogelijk zou moeten zijn als je kijkt naar zijn/haar levenservaring.
Val niet in deze valkuil. Zorg dat jouw personages gebreken hebben en tegenslagen te verwerken krijgen. Zo voorkom je dat je verhaal saai of ongeloofwaardig wordt omdat alles je personages voor de wind gaat.
N - Nep-protagonist
Een van de 6 typen hoofdpersonen is de nep-protagonist. In dat geval lijkt een bepaald personage de hoofdrolspeler van het verhaal te worden, maar blijkt dit toch niet zo te zijn. Een van de veelvoorkomende redenen hiervoor is dat dit personage vroegtijdig doodgaat of zelfs wordt vermoord.
Denk aan Ned Stark in Game of Thrones, Blake in 1917 en Marion Crane in Hitchcocks Psycho.
Lees ook: 6 typen protagonisten
O - Onmenselijke antagonist
Dat de antagonist niet per se een mens hoeft te zijn, betekent dat er naast een natuurkracht meerdere opties openliggen voor potentiële ‘slechteriken’: het kan een dier zijn, iets technologisch (robots of iets anders AI-achtigs) of een bovennatuurlijke kracht (een alien, demon of god).
De mogelijkheden zijn zo groot als je eigen fantasie.
Lees ook: 9 typen antagonisten
P - Perspectiefwissel / leapfrogging versus perspectiefbreuk
Door wiens ogen vertel je jouw verhaal? Zelf hou ik ervan om gebruik te maken van meerdere perspectieven, zodat je verschillende kanten van een conflict of verhaallijn kunt laten zien.
Wanneer je het ene hoofdstuk vanuit perspectief A beschrijft en het volgende hoofdstuk vanuit perspectief B heet dat leapfrogging, oftewel haasje-over.
Dit moet niet worden verward met een perspectiefbreuk (of head-hopping), waarbij je zonder eerst een witregel toe te voegen of een nieuw hoofdstuk te beginnen de gedachten van meerdere personages weergeeft. Het is verstandig om dit te vermijden, aangezien het verwarrend kan zijn voor je lezers.
R - Ronde versus platte personages
Wanneer je een verhaal verzint, is het verstandig om in elk geval van je hoofdpersonen ronde personages te maken.
Rond personage: een personage van vlees en bloed. Iemand met:
- Een kloppend achtergrondverhaal (incl. logische levensloop, vrienden, familie, hobby’s, herinneringen, keerpunten, etc.)
- Complexe emoties
- Duidelijke beweegredenen voor haar gedrag
- Een persoonlijkheid die genuanceerd is, met zowel goede als slechte karaktereigenschappen
Plat personage: een personage zonder lagen. Iemand:
- Met weinig tot geen complexe emoties
- Zonder duidelijke beweegredenen achter haar handelen
- Met een beperkt uitgewerkte en weinig onderscheidende persoonlijkheid
- Die geen ontwikkeling doormaakt gedurende het verhaal
S - Save the cat
Een tip waaraan de boeken ‘Save the Cat!’ en ‘Save the Cat! Writes a Novel’ hun naam te danken hebben: wanneer je hoofdpersoon of een van de andere personages in het begin van het verhaal ietwat onsympathiek overkomt, zorg er dan voor dat hij/zij ergens in de eerste pagina’s een kat redt (of iets vergelijkbaar positiefs doet), waardoor de lezer hem/haar onmiddellijk toejuicht, ongeacht de oorspronkelijk onaardige indruk die dit personage wekte.
Met name bij antagonisten kan het slim zijn om hen ook af en toe iets sympathieks te laten doen, zodat het niet alleen maar platte schurken worden. Ook slechteriken hebben positieve karaktereigenschappen of soms zelfs motieven waar je je in kunt verplaatsen.
T - Tritagonist en tertiaire personages
De tritagonist of het tertiaire hoofdpersonage is degene die de op twee na belangrijkste rol speelt in het verhaal (na de protagonist en deuteragonist).
Tertiaire personages hebben niet per se een link met de belangrijkste verhaallijn. Ze zorgen ervoor dat de wereld waarin jouw protagonist leeft gevuld is, waardoor deze realistischer overkomt.
U - Universele lessen
Een universele les is een innerlijke reis die je hoofdpersoon ondergaat (vaak zonder dat ze dit zelf doorheeft), waarbij ze een probleem of behoefte onder ogen moet komen en daarvan leert.
In ‘Save the Cat! Writes a Novel’ worden 10 universele lessen onderscheiden, waaronder vergeving (van henzelf en anderen), het overwinnen van angst en verlossing (het accepteren van schuld, spijt en redding).
V - Vertrouweling en deuteragonist
De vertrouweling is de beste vriend(in), bondgenoot of sidekick van de protagonist. Zij kan de hoofdpersoon helpen bij het bereiken van haar doel. Dit personage kan overlappen met de rol van deuteragonist, maar dit hoeft niet.
De deuteragonist is het op één na belangrijkste personage. Zij is iemand die dicht bij de protagonist staat, zoals een sidekick of hulpje. In een serie zoals Harry Potter kan de deuteragonist per boek verschillen.
Z - Zonden en deugden
Als je niet wil dat al je personages Mary Sues worden, is het verstandig om hen niet al te perfect te maken. Zo kun je aan protagonisten een paar zonden toevoegen en aan antagonisten juist wat deugden. Hierdoor breng je hun persoonlijkheden wat beter in balans.
Er kunnen 7 deugden en 7 zonden worden onderscheiden, die elk hun eigen mogelijkheden bieden om met beleid te worden ingezet. Meer hierover lees je in de blogreeks ‘Hoe heilig is jouw hoofdpersoon? / Hoe akelig is jouw antagonist’.
Mis je nog schrijftermen? Deel het in de besloten Facebookgroep van BackWords.